Om de ontwikkelingen van leerlingen te volgen, nemen we regelmatig toetsen af. Dat doen we met twee soorten toetsen: de methodegebonden toetsen (diagnostische en beoordelingstoetsen) en de niet-methodegebonden toetsen (Cito). Dit gebeurt twee à drie keer per jaar.
De Cito-scores vindt u terug als bijlage bij het rapport van uw kind. In de kleutergroepen houden we observatielijsten bij waarop we de ontwikkeling van verschillende vaardigheden bijhouden.
In de hoogste groep wordt de Drempeltoets en de Centrale Eindtoets van Cito gemaakt. De Drempeltoets is een voorbereiding op de Centrale Eindtoets Basisonderwijs, die de kinderen in groep 8 krijgen. Met deze Drempeltoets kunnen we vaststellen aan welke onderdelen we nog extra aandacht moeten besteden. Met de gegevens van de niet-methodegebonden toetsen en de Drempeltoets wordt van elke leerling aan het eind van de basisschool het niveau
bepaald voor de vakken rekenen, taal en informatieverwerking.
Dit niveau bepaalt samen met het advies van de leerkracht het uitstroomniveau van uw kind. De Centrale Eindtoets van Cito wordt in april afgenomen, na het geven van het definitief advies voor het voorgezet onderwijs. De score van de Centrale Eindtoets kan alleen nog maar ten gunste van de leerling mee wegen.